Uitmeten van vaste vloeren

Voor elke vloer is het van belang dat je de vloer correct uitmeet. Dit is soms lastig, bijvoorbeeld als je te maken hebt met schuine muren. Begin niet zomaar ergens, maar meet de vloer correct uit. Houd hierbij rekening met de verschillende factoren.

In principe wordt elke vloer naar het licht toe gelegd. De houtnerf komt hierdoor beter tot zijn recht. Ook de schaduwwerking is zo mooier. Als de klant de vloer toch anders wil, moet je hem wijzen op de nadelen die een dwars op het licht gelegde vloer heeft. Alleen bij duidelijke, andere afspraken wijk je af van de standaardlegwijze. Als de lichtval van verschillende kanten komt, dan zijn er meer mogelijkheden om de vloer te leggen . Begin zoveel mogelijk in het midden van de ruimte en maak een goede verdeling van de leefvloer. Als de ruimte de vorm van een taartpunt heeft, zet je eerst een loodlijn uit. Werk met een spatkoord of onder een draad.

Als je een visgraatvloer uitmeet moet je in de gaten houden vanaf welk punt de vloer is uitgezet. Een vergissing levert een groot verschil op als het gaat om het recht leggen. Teken daarom de aanvang op de vloer.

Wanneer je werkt met een staande sluitrand, meet je het middenstuk (front) haaks op het patroon uit. De band en bies leg je er in verstek. De lengte van de laatste fries kun je het beste verdelen, zodat de friesjes bij de band of bies even lang zijn. Een staande sluitrand gebruik je om het patroon haaks uit te laten komen. Daarom heet deze ook een sluitrand. De uitwendige hoeken komen altijd in verstek. De inwendige hoeken komen niet in verstek, omdat dit niet altijd goed uitkomt. Links loopt door en rechts sluit daarop aan. De band en bies komen wel altijd in verstek.